Het werk ontstaat meestal uit niets en er is eigenlijk niets nodig om dat uit te leggen. Denk je handen tegen een koud raam en denk de afdruk die ze daar, door de warmte, achterlaten. Het koude raam en de twee schelpvormige afdrukken die nu tegen de wolkeloze lucht bestaan. Je iets inbeelden is een kamer, het uitzicht een plaatshouder, het geluid in de verte is je eigen ademhaling.
Elisa Verkoelen werkt vanuit de achtergelaten ruimte in schelpen, de stilte in gesprekken en de restjes zeep waarmee we onze handen wassen. In haar werk onderzoekt ze de relatie tussen aanwezigheid en afwezigheid in tekst en beeld.
Foto door Julia Waraska

